Door een sluimerende twijfel
aan of ik wel voldoe
blonk ik blakend uit in ijver
door al het pronken eind’loos moe
Blik naar binnen, vrees voor buiten
Geploeter en geploeg
Liet ik mij door trots omsluiten
Was het prestige dat mij droeg
Door een sluimerende twijfel
aan of ik wel voldoe
blonk ik blakend uit in ijver
door al het pronken eind’loos moe
Blik naar binnen, vrees voor buiten
Geploeter en geploeg
Liet ik mij door trots omsluiten
Was het prestige dat mij droeg
Je weet me te boeien met de striemen die je hebt.
Zonder laptop in het wificafé voelde als zonder zwembroek in het zwembad.
Volgens de DSM-V pas ik in het hokje ‘vereenvoudigingscomplex’.
Tussen smalle kaden
in een vogelvrij bericht
is ’t lastig metrisch adem’n
maar een vers juist snel gedicht
Al mijn kerstgedachten over één kam te scheren
Wat ga ik de eerste en de tweede dag serveren?
Een zonde schijnt te zijn
dat wat het daglicht niet kan dulden
Maar zonde is de kans
die je niet wist te vergulden
Praten lucht op. En schrijven ook. Het onder woorden brengen van wat je denkt en wat je dwarszit kan dingen ophelderen. Schoonschrijven, als het ware. Schrijven biedt een buffer waarbinnen je je gedachten kunt ordenen voordat je ze overbrengt. En misschien is dit ordenen wel het halve werk. Maar de andere helft dan?
De feedback die ik ontvang op wat ik schrijf komt meestal via een mailtje, of als reactie op een blog. Da’s lekker makkelijk. Ik ontneem de ander – jou – de ruimte om direct te reageren. Dit geeft mij echter wel de ruimte om ongehinderd te ‘praten’… maar hiermee onderschat ik waarschijnlijk jouw luisterend oor. Toch zou ik je niet alles face-to-face durven zeggen. En bovendien omzeil ik met schrijven mijn podiumvrees (even daargelaten hoeveel stoelen er gevuld zijn in de zaal).
Schrijven is dus laf.
Maar, ook behulpzaam. Schrijven helpt mijn ‘hoor mij eens!’ te stillen. Zoals ik tijdens een film of goed boek de buitenwereld vergeet, vergeet ik tijdens het schrijven deze behoefte aan een schouderklopje – mínstens zo irritant als mensen die praten tijdens de film – en kan ik alles ongestoord op een rijtje zetten.
Schrijven is dus best ‘zinnig’.
Na het schrijven staan al mijn zorgen en wensen open en bloot op papier. Mijn kladjes kan waarschijnlijk niemand lezen (ben niet voor niets redacteur geworden), maar geprint of online staat alles zwart-op-wit open-en-bloot uitgestald. Dat maakt schrijven best wel dapper! Of voyeuristisch?
Ben er nog niet uit. Ik schrijf nog even verder…
De losgeslagen schrijver liet zich uiteindelijk inbinden.
Gezocht: klankbord, liefst niet van porselein.