‘Gewoon’, ‘natuurlijk’ en ‘vanzelfsprekend’ zijn woorden die vaak geschrapt kunnen worden. Ze klinken opdringerig, sturend en stug; alsof de schrijver of spreker zíjn norm als dé norm wil opleggen en niet van plan is om van standpunt te veranderen.
De sportdiëtist die ‘gewóón een boterham met pindakaas’ adviseert, laat indirect zijn afkeer van superfoods en kale shakes blijken.
Of: ‘Dieren hebben vanzelfsprekend geen bewustzijn.’ De schrijver weet het zeker, en lijkt bovendien niet open te staan voor discussie.
Een overtuigende tekst heeft dit soort ‘stuurwoorden’ natuurlijk helemaal niet nodig.