Toen ik het interview met Dirk Zeelenberg las in Volkskrant Magazine (29/10/16) moest ik denken aan de autobiografie die ik eerder dit jaar corrigeerde. Daarin vertelde de schrijver hoe zijn inmiddels overleden vader hem nooit had gecomplimenteerd, gemotiveerd of anderzijds gesteund. Zijn vader had er nooit omheen gedraaid dat hij teleurgesteld was in zijn zoon. Doorgaan met het lezen van “Wie zit er nou op jou te wachten?”
Maand: oktober 2016
Een goed begin
Héél je manuscript laten redigeren? Niet nodig als je het naar een uitgever gaat sturen. De acquirerend redacteur ziet al na een pagina’s of het hem aanspreekt. Daarbij: als je verhaal wordt uitgegeven neemt de uitgever zélf de redactie voor zijn rekening.
Ik heb mijn redactiewijze hierop aangepast. Doorgaan met het lezen van “Een goed begin”
Amazone bekken
Zowel de kommaneuker als ‘romanticus’ in mij raakt afgeleid door die grote poster van Zuid-Amerika waarop een spatie staat tussen amazone en bekken.
Ontmoeten
Ik ga niet beweren dat je met iedereen beste vrienden zou kunnen of willen zijn. Laat staan ‘houden van’. Ik beweer dat je door de ander te leren kennen een deel van jezelf leert kennen. Hoe meer mensen je leert kennen, hoe meer je van jezelf leert kennen. Hoe meer mensen je níét kunt of mag leren kennen – door taalbarrières, botsende overtuigingen (kom ik zo op terug) en loyaliteitsconflicten (idem) – hoe minder facetten je van jezelf kunt leren kennen.
Een paar van mijn theorieën over barrières die ons uit elkaar houden:
Botsende overtuigingen
Botsende overtuigingen kunnen afstand creëren. Overtuigingen botsen doordat ze je confronteren met de onzekerheid ervan. Een overtuiging is immers nog geen waarheid of feit, wat wordt bevestigd door het feit dat er verschíllende overtuigingen zijn. Die onzekerheid morrelt aan je comfort, waardoor je mensen met anderen overtuigingen op afstand wilt houden, en gelijkgestemden nabij.
Ditzelfde geldt voor gebruiken. Je weet wel: ‘Zo hóórt het nou eenmaal!’
Loyaliteitsconflict
Loyaliteitsconflicten zijn conflicten die gevoed worden door trouw aan je ouders en andere naasten. Je naasten hekelen ‘hen’ (die andere clan, club, kerk, groep, noem maar op) en door ‘hen’ ook te hekelen laat je je trouw aan je naasten blijken.
Loyaliteit is volgens mij de kiem van elk religieus conflict.
Wij-zij-denken
Als we bovenstaande of andere barrières tussen ons en de ander toestaan – want dit doen we zelf, al is het dan onbewust – gaan we in tegen onze natuurlijke drang om de ander te ontmoeten. Om dit tegennatuurlijke gedrag te sterken, zoeken we medestanders. Aldus groepsvorming.
De frustratie die wordt veroorzaakt door de afstand die groepsvorming creëert – de ander is nu minder of onbereikbaar – projecteren we op de ánder. Aldus wij-zij-denken.
Wij-zij-denken is dus een selffulfilling proces: ‘wij’ creëren een ‘zij’ waardoor er een onbereikbare ‘wij’ ontstaat; ‘zij’ creëren een ‘wij’ om diezelfde reden.
Weerspiegelen
Er is geen ‘wij’ en er is geen ‘zij’. Er is alleen de ander. Onvoorstelbaar veel anderen. Van wie ieder een uniek aspect van jou weerspiegelt.
Wificafé (6)
Even waan ik me een machinearbeider ten tijde van de Industriële Revolutie als ik ’s ochtends tussen het gesis en gestoom op mijn cappuccino sta te wachten.
Behagen
Bestaat er een verjaring
voor de behoefte te behagen?
Een punt waarop je plotsklaps stopt
met schouderklopjes na te jagen?
Als je het aan mij zou vragen
41 jaar en 222 dagen
Wificafé (5)
Jankend jong, weifelende wifi
kletterend servies
Het is me eventjes ontschoten
waarom ik telkens voor dit koffietentje kies
Schrijven (18)
Schrijven is voor mij niet veel anders dan poepen: ik blijf gewoon net zolang zitten tot er niets meer uit komt.
Sluitingstijd
Vlak voor sluitingstijd
klapt ze
zonder iets te zeggen
tegenover mij haar laptop open
Ze lijkt me het type
‘onafhankelijke fotografe’
Vrij en onbevangen
Alles al gezien
behalve mij
Ik blijf
nog even hangen
om haar op m’n netvlies vast te leggen
De kwestie hen/hun
‘Dan moet je bij hun zijn’ en ‘Als het aan hun ligt’ klinken prima. Ik zeg het ook altijd zo, maar ik schríjf het met hen. Er mag namelijk geen voorzetsel voor ‘hun’, tenzij het bezittelijk wordt gebruikt (‘in hun auto’), en daarbij: hen-hun.
Schrijftaal en spreektaal lijken zich bij mij in verschillende hersenkwabben te bevinden. Of misschien zeg ik gewoon ‘hun’ omdat ik dit al m’n hele leven zeg; zo heb ik het thuis meekregen. Of ‘Als het aan hen ligt’ klinkt me gewoon te deftig, zou ook kennen.