In de nachttrein naar Berlijn raakte ik aan de praat met mijn coupégenoot en hoe dieper we de nacht in reden, hoe dieper het gesprek werd. Op zijn vraag ‘What do you think is the purpose of things, of live, of everything?’ begon ik wat te sputteren, wat ik wel vaker doe als ik er niet precies bij kan.
Schrijvend kom ik meestal beter uit m’n woorden.