Eerder dit jaar schreef ik over Hamer en Raaf. Afgelopen maandag kwamen ze onder de pers vandaan en was ik bij de boekpresentatie van Dodenstoel, een ‘Scandinavisch’ gruwelijke thriller. De auteur, Johan Andersen (pseudoniem), signeerde mijn exemplaar met de volgende woorden: Doorgaan met het lezen van “Dodenstoel”
Maand: mei 2019
Alle vogels
Elk geval hoef je geen literatuur te gaan studeren om het te leren waarderen. Je hoeft enkel Koos van Zomerens Alle vogels open te slaan, zijn verzamelde columns over vogels. Doorgaan met het lezen van “Alle vogels”
Graag gedaan!
In mijn artikel over persklaar maken, in de mei-editie van Boekblad, staat één zin die ik anders had willen formuleren: De persklaarmaker wordt níét genoemd in het colofon. Want in hetzelfde stuk meld ik dat aan de totstandkoming van een boek van eigen bodem minstens vier redacteuren bijdragen: twee freelancers (de persklaarmaker en de corrector) en minstens twee redacteuren in vaste dienst. Die zouden dan natuurlijk alle vier genoemd mogen worden. Of bedankt in het dankwoord (al worden de vaste redacteuren daarin vaak wel genoemd).
Maar mot dat dan per se, genoemd of bedankt worden?
In het artikel benadruk ik tevens dat freelancen voor een groot deel neerkomt op jezelf etaleren, dus is het niet alleen netjes maar ook núttig om genoemd of bedankt te worden. Daarbij, ik zeg gewoon héél graag: ‘Graag gedaan!’
Geen reactie
Toen ik vlak voor de kerstdagen een mail kreeg van de bureauredacteur voor wie ik dat jaar minstens vijftien manuscripten had geredigeerd, met daarin de vraag of ik tijd had voor een volgende, moest ik hem afslaan omdat ik al was ‘volgeboekt’. Ik sloot mijn mailtje af met: ‘Fijne feestdagen en hopelijk tot volgend jaar!’ Geen reactie. Doorgaan met het lezen van “Geen reactie”
Harlan Coben – alwéér
Dat ik zoveel dweep met thrillerschrijver Harlan Coben komt vooral door hoe hij personages van vlees en bloed op papier weet te zetten. In zijn meest recente thriller, De ontdekking (waar ik al tweemaal eerder over blogde), zit een hoofdstuk dat dit schitterend demonstreert.
Ondanks de ellende waarin hoofdpersoon Simon zich bevindt, weet hij tijd vrij te maken om een van zijn vaste klanten, een weduwe op leeftijd, te bezoeken om de boekhouding door te nemen. Veel werk heeft hij daar niet aan en meestal keuvelen ze vooral aan haar keukentafel waarop al jaren hetzelfde plastic zeiltje ligt. Vanaf zijn vaste plek aan die tafel kijkt hij naar de kalender aan de koelkast en ziet hij dertig vrijwel lege vakjes, behalve die tweede dinsdag van de maand, waarin zoals élke tweede dinsdag ‘Simon!’ staat geschreven. Met uitroepteken.
Maaltijd
Maaltijd: tijd om te malen.