Tot mijn twintigste speelde ik elektronisch orgel, met name popsongs en jazz, en had ik les op de muziekschool in Delft. Een keer had ik een vervangende leraar die pop en jazz onder ‘lichte muziek’ schaarde. Hij gaf zelf vooral les in klassieke muziek, en doordat hij niet-klassieke muziek ‘lichte muziek’ noemde, leek hij indirect te zeggen dat alleen klassieke muziek ‘zware’ of ‘echte’ muziek was, of ‘muziek voor mensen die muziek serieus nemen’.
Daar moest ik ineens aan denken toen een recensent weer eens onderscheid maakte tussen ‘literatuur’ en ‘thrillers’.
Heb je een voorbeeld van een stuk jazz of popmuziek dat zo uitmuntend is dat het over 300 jaar nog gespeeld zal worden?
LikeLike
De tijd zal het leren!
LikeLike
Leuk!
Je hebt ook “Sumer is icumen in” (13e eeuw).
LikeLike
Eigenlijk moet het nog maar blijken, welke stukken ‘eeuwigheidswaarde’ hebben of niet. Al hebben veel klassiekers nou eenmaal een streepje voor omdat ze er eenvoudigweg eerder waren dan hedendaagse ‘classics’.
Maar begrijp me niet verkeerd: ik vind veel klassieke muziekwerken briljant. Weet alleen niet of ik dat ook van literaire klassiekers kan zeggen, daar heb ik er gewoon nog te weinig van gelezen (en die ik las vielen me tegen).
Maar vraag me nogmaals over een jaar of dertig! 🙂 (Al hoop ik voor die tijd ook nog van je te horen, Nick!)
LikeLike