Stel, twintig jaar terug in de tijd
Jij en ik, aan de koffie, of het bier
en je vraagt me naar mijn week, mijn werk
hoe het gaat
Maar in plaats van dat je me aankijkt
pak je je telefoon – die ‘vaste’
dus met snoer, en schijf of grote toetsen
neemt hem op schoot en begint hem te poetsen
terwijl ik tegen je praat