Ik probeer me te bekwamen
in de kunst geen aandacht meer te schenken
aan problemen buiten het bereik
van mijn gepieker, peins en denken
Ik probeer me te bekwamen
in de kunst geen aandacht meer te schenken
aan problemen buiten het bereik
van mijn gepieker, peins en denken
Aan de lopende band verliefd
maar zelden kom ik verder
dan: pinnen, alsjeblieft
Zojuist op de fiets
werd ik heel even, vanuit het niets
overstelpt
door een intens gevoel van leven
Zo’n conceptstore
Loop je binnen voor een kloffie
zit je plotsklaps aan de koffie
Kom je buiten met een betonklopboor
Op zo’n fietsgrage dag als vandaag
had ik graag
dat mijn zondagse koffiestek
wat verder weg lag
in Den Haag
De beslagen ramen van dit koffietentje
doen zonder twijfel uit de doeken
Hier zitten freelancers aan lange tafels
zich gepijnigd kijkend suf te facebooken
Had ik op voorhand geweten
dat ik vandaag beter
onder de dekens was gebleven
was mijn sleutel vast en zeker
niet in plaats van in mijn jaszak
in mijn voordeur blijven steken
Elke oorlogsdaad
is op het diepste plan bekeken
niets anders dan een poging
de barrières tussen ons te breken
PS. Voordat je dit rijmpje als zoetsappig of naïef betitelt: ik wil er, onder andere, mee zeggen dat je iemand eerst moet leren kennen om te weten of je hem/haar wel of niet mag, en niet dat je van iedereen zou kunnen houden (wat inderdaad wat zoetsappig en naïef zou zijn). Het is, naar mijn bescheiden mening, vaak de afstand of onbereikbaarheid tot anderen die ons frustreert.
Zelfrechtvaardiging
doet alle andere vaardigheden verbleken
Worden we tegen de haren in gestreken
overschreeuwen we onze zelfgebreken
Moet álles wijken voor jij-en-jouw-verwijt
Schelden we in wezen onze schaamte kwijt
Onder rechtvaardiger gesternte
zou alle lijfelijke neergang
de weerslag zijn
van een aftakelend hart
Want waar ligt in hemelsnaam
de zin van de kwelling
van een kwijnend lichaam
waarbinnenin stug doorklopt
wat ons drijft?