Sinds die appel
wanen we ons het paradijs onwaardig
Daarom schiepen we een hemel
en gooiden we het klokhuis op straat
Sinds die appel
wanen we ons het paradijs onwaardig
Daarom schiepen we een hemel
en gooiden we het klokhuis op straat
Misschien heb ik makkelijk praten
maar langzaam krijg ik in de gaten
dat we de hemel
voor ons kunnen laten
Het leven na de dood is niet iets wat me op dít moment echt bezighoudt, en bovendien ben ik van het ‘eerst zien, dan geloven’. Maar ruwweg heb je volgens mij twee smaken: een hemel, of reïncarnatie. Of ‘niets’, maar dat vind ik smaakloos.
Het nadeel van geloven in een hemel is dat we er ‘hier beneden’ een zooitje van kunnen maken. Geloof je daarentegen in reïncarnatie, dan ben je neem ik aan meer geneigd het ‘hiernumaals’ netjes te houden, omdat je weer terugkomt – als mens, of als vis.
Tenzij de hemel vol staat met boeken, er strakgeasfalteerde fietspaden liggen en ze er goeie koffie en snelle wifi hebben: laat dan maar.
Met open blik en
beide voeten op de grond
blijkt de hemel
soms heel dichtbij
Die eind-goed-al-goedhemel
Ik weet het zonet nog niet
Begin spontaan te geeuwen
met eeuwigheid in het verschiet
En kun je nog waarderen
zonder nu en dan verdriet?
’k Verspeel geen tijd
aan sociale media
want die laatste seconde
voor ik naar de hemel ga
vat ik mijn hele tijdlijn samen
in één enkele update
Amen
Geen zee van overvloed
Geen eindeloos tegoed
Slechts een kostbaar, klein moment
waarin even helemaal niets moet