De afgelopen weken bevond ik me in het jaar 1000. Eerst op een Vikingschip, in Bjørn Andreas Bull-Hansens Vinland, daarna op Engelse bodem, in Ken Folletts De schemering en de dageraad.
In beide verhalen (ik mocht de vertalingen persklaar maken) keek ik mee over de schouder van een jonge, behendige scheepsbouwer en moest ik mezelf, vanwege alle plunderingen, verkrachtingen en martelingen, er regelmatig aan herinneren dat het fictie betrof. Echter: beide schrijvers hebben behoorlijk research gedaan, wat wel blijkt uit de precieze beschrijvingen van schepen, gebouwen, technieken, religies, wapens – en hoe deze te gebruiken – en zelfs gerechten.